Het Kleine noorden van Chili wordt vaak gezien als doorgangsgebied naar de woestijnen in het Grote noorden. Het Kleine noorden heeft daarentegen veel potentie door het aanbod aan prachtige natuurgebieden en de nationale parken ‘Fray Jorge’ en ‘Pan de Azucár’ zijn zeker bezienswaardig.

Aan de Panamericana route die in lange rechte stukken over de hooglanden loopt en met bochten de steden in de rivierdalen afdaalt liggen de meeste steden van het Kleine noorden. De steden van het Kleine noorden zijn afgezien het feit dat ze als doorgangsgebied gezien worden goed bereikbaar met busverbindingen vanuit Santiago. Daarnaast zijn de verbindingen in de dwarsdalen (valleien van Copiapó, Huasco, Elqui, Limari en Choapa) door regelmatige busdiensten onderhouden. De afgelegen natuurgebieden buiten de steden (Pan de Azucár, Laguna Verde, Fray Jorge en Isla Chañaral) zijn uitsluitend te bezoeken met huurauto, taxi of georganiseerde excursies.