Argentijns Patagonië bestaat uit een buitenaards en uitgestrekt landschap van droge steppes, gletsjers en berggebieden. ‘Mount Fitz Roy’ ofwel Cerro Chaltén, de immense gletsjer Perito Moreno, nationaal park Los Glaciares, nationaal park Tierra del Fuego en niet te vergeten de iconische pieken van Torres del Paine zijn de letterlijke hoogtepunten van deze regio.
De naam Patagonië komt van het woord patagon. De Portugese ontdekkingsreiziger Magellan gebruikte deze term in 1520 om de inheemse stammen van de regio te beschrijven, van wie zijn expeditie dacht dat het reuzen waren. De mensen die hij de Patagonen noemde, worden nu verondersteld de Tehuelche te zijn, die inderdaad groter waren dan de Europeanen van die tijd.
Patagonië ligt in twee landen: Argentinië en Chili. De zuidelijke provincies Neuquén, Rio Negro, Chubut en Santa Cruz omvatten het Argentijnse deel van Patagonië. Deze regio bestaat uit een van de ruigste gebieden van Argentinië en strekt zich uit van Puerto Madryn langs de Atlantische kust tot aan Ushuaia in Vuurland. Langs de bergketen van de Andes in het westen van Argentinië loopt het gebied vanaf Bariloche tot aan het merengebied rond El Calafate en El Chaltén.
Patagonië staat bekend om zijn ongerepte natuur. Aan de Atlantische kust bevinden zich eindeloze vlaktes (pampa’s), valleien en lage bergen, waarvan het schiereiland Península Valdés een rijkdom aan fauna biedt.