Nólsoy is een klein eiland voor de kust van het grotere eiland Streymoy en ligt als een enorme buffer voor de haven Tórshavn, die het bescherming biedt tegen de oostelijke stormen.

Het is daarom ook niet verwonderlijk dat Nólsoy deel uitmaakt van de gemeente Tórshavn. Gelukkig biedt Nólsoyarfjørður, de fjord tussen Tórshavn en Nólsoy een goede afstand om de drukte en het rumoer van de stad te ontvluchten.

Met slechts twintig minuten op de veerboot ben je op het eiland. Steeds meer stedelingen trekken naar Nólsoy, aangezien zij daar de voordelen hebben van de rust, de natuur en de vrijheid, maar toch gebruik kunnen maken van de voorzieningen in Torshavn.

Nólsoy is qua reliëf het laagste eiland van de Faeröer eilanden. Het hoogste punt op het eiland is Eggjarklettur met 372 meter. De zuidkust heeft twee kapen met elk hun eigen vuurtoren: Øknastangi in het zuidoosten en Bordan in het zuiden. De vuurtorens werden gebouwd in de late 18de eeuw om smokkelaars te helpen tegen het door Denemarken opgelegde handelsmonopolie.

Toerisme op Nólsoy

In het haventje van Nólsoy is een toeristisch informatiecentrum dat jaarlijks is geopend tussen 1 juni en 31 augustus. Hier vind je onder andere informatie over wandeltochten op het eiland, waaronder naar de vuurtoren Bordan. Deze vuurtoren is opgebouwd uit mooie uitgehouwen stenen en heeft een van de grootste lenzen ter wereld van bijna drie meter hoog en een gewicht van vier ton. De vuurtoren staat afgebeeld op de munt van 20 kronen.

Andere populaire tours gaan naar de grootste kolonie van stormvogels ter wereld, die zo’n 50 duizend koppels telt. Aangezien deze vogels uitsluitend ’s nachts vliegen, vinden deze tours alleen ’s avonds laat en ’s nachts plaats. De gids voor deze tour is meestal de bekende ornitholoog, Jens Kjeld Jensen.

Naast de stormvogels is Nólsoy ook een belangrijke broedkolonie voor puffins (30 duizend paar) en zwarte guillemots (100 paar).

Het historische huis Á Brunn in Nólsoy dateert uit de 17e eeuw is omgebouwd tot een museum. Het fornuis dat in het pand staat tentoongesteld is een van de oudste op de Faeröer. Het werd in 1858 geïnstalleerd en was zo’n fantastisch technologische vooruitgang, dat het destijds tot ‘kookmachine’ werd gedoopt.