Gjógv, uitgesproken als [tʃɛkv], betekent letterlijk ‘kloof’. Het dorpje in het uiterste noordoosten van het Faeröerse eiland Eysturoy is vernoemd naar de 200 meter lange kloof die naast het dorp naar de zee loopt. Deze kloof wordt van oudsher gebruikt als natuurlijke haven.
Geschiedenis van Gjógv
In de geschriften werd Gjógv voor het eerst genoemd in 1584, maar waarschijnlijk was er al veel eerder sprake van een samenlevingsgemeenschap die leefde van de visserij.
Het dorp had op zijn hoogtepunt, rond 1950, 210 inwoners. Toen waren er maar liefst 13 vissersboten actief die afkomstig waren uit Gjógv. De bevolking heeft de afgelopen 60 jaar een sterke daling ondergaan en tegenwoordig zijn er nog slechts 52 inwoners.
In 1982 werd er een fabriek opgericht die prefab betonelementen fabriceerde. In deze fabriek werken zes mensen. De werkgelegenheid in het dorp wordt verder gecreëerd door het guesthouse en de camping, maar de meeste bewoners werken elders buiten het dorp.
Bezienswaardigheden in Gjógv
Bezoekers van het dorp komen vooral af op de schilderachtige omgeving en de mooie wandelmogelijkheden in en om het dorp. Het dorp herbergt mooie historische pandjes, zoals de kerk, het gemeenschapshuis en de mooi gekleurde huisjes.
Het schoolgebouw is van historische waarde en dateert uit 1884. Het werd gebouwd uit keien en ooit gebruikt als schoolgebouw voor 50 leerlingen. Tegenwoordig zijn er nog slechts drie leerlingen uit Gjógv, die elders onderwijs volgen. De oude dorpszaal herbergt nu een gemeenschapshuis na een opknapbeurt in 1986.
De huizen in Gjógv hebben de kleurrijke bouwstijl van de Faeröer, en zijn rood, wit en groen gekleurd. Door de grote bevolkingsafname staat ongeveer de helft van de huizen leeg.
Het kleine dorpskerkje dateert uit 1929. Vanuit de traditie werden kerkjes altijd nabij de kust gebouwd (net zoals in IJsland), zodat de vissers konden bidden voor een veilige vaart alvorens zij de zee opgingen. Bij het kerkje staat een herdenkingsbeeld ter herinnering aan de gesneuvelde vissers.
Hoewel het dorp geen supermarkt heeft, is er wel een postkantoortje (in een woonhuis) dat vijf dagen per week zowel ’s morgens als ’s middags een half uurtje open is. Voor boodschappen moet je naar het nabijgelegen dorpje Eiði.
De haven van Gjógv
Het dorpje heeft een van de beste natuurlijke havens in heel de Faeröer. Om veilig aan te meren voor de getijden moeten de vissersboten wel de helling worden opgetrokken.
Het haventje is een absolute highlight voor fotografen die maar wat graag een unieke foto willen schieten van de kloof. De immer inbeukende golven op de met algen begroeide rotsen zijn bijzonder fotogeniek, zeker met mysterieuze mistbanken op de achtergrond.
Omgeving
Rondom het dorp zijn er een aantal hoge bergen, waaronder de Slættaratindur, met een hoogte van 882 meter, en de Gráfelli met 857 meter. De vallei van Ambadalur ligt net ten noordwesten van Gjógv. Vlak voor de kust bij Ambadalur ligt de hoogste vrijstaande zeestapel in de Faeröer te vinden. Deze basaltformatie heeft een verbluffende hoogte van 188 meter!