Het meest noordelijke deel van Noorwegen, Zweden, Finland en een klein deel in noordelijk Rusland wordt ook wel Lapland genoemd. Lapland is een arctisch gebied vol met contrasten. In de zomermaanden kun je genieten van 24-uurs zonlicht, in de wintermaanden word dit ingeruild voor donkere dagen en het noorderlicht.
Lapland is het land van de glooiende heuvels, ijzige vlaktes en bulderende rivieren. Het is ook het land van de Sámi, sauna, husky’s en rode huizen. In Zweden en Finland vind je uitgestrekte bossen en in Noorwegen hoge bergen tot aan de zee. Zomer of winter, Lapland is de perfecte plek voor een avontuur in de ongerepte natuur!
De 8 seizoenen van Lapland
Ieder seizoen in Lapland is anders. Inwoners van Lapland zeggen vaak ook dat er acht seizoenen zijn in deze regio, in plaats van vier. Deze acht seizoenen bepalen al eeuwenlang het ritme van leven in Lapland.Vier seizoenen volstonden vroeger niet voor de inwoners van Lapland en de Sámi. In plaats daarvan structureerden ze de tijd in acht perioden: herfst-winter; winter; lente-winter; lente; lente-zomer; zomer; zomer-herfst en herfst.
Hoofdseizoenen en halfseizoenen
De vier hoofdseizoenen werden op deze manier aangevuld met vier “halfseizoenen”. De warme, maanverlichte nachten van augustus behoren tot de zomer. Maar augustus komt ook met een vleugje krokantheid van de herfst en een doordringend, melancholisch licht. Het duurt slechts een paar koude, ijzige nachten en de herfst-zomer veranderd in de herfst. Wanneer bladeren beginnen te vallen en meren ’s nachts bedekt raken met mist en ijs, is de herfst in volle kracht aangebroken, hoewel het nog niet helemaal herfst-winter is.
Eerste seizoen
Pakkastalvi (‘ijzige winter’) is het eerste seizoen van het jaar. De nieuwjaarsfeesten zijn ten einde en het is donker, koud en rustig tot maart of april, wanneer kort na de vastentijd, hankikanto (‘de lente van korstige sneeuw’) aanbreekt. De hoeveelheid licht neemt aanzienlijk toe, ook al is het ’s nachts nog donker en koud.