In Finland kennen ze twee officiële talen, namelijk het Fins en Zweeds. Voor Nederlanders is de Finse taal niet makkelijk te begrijpen, dit komt doordat er een relatief groot aantal klinkers ten opzichte van het aantal medeklinkers in woorden.

De Finse taal behoort tot de Finoegrische stam van de Oeralische taalfamilie. Het Fins lijkt erg op het Estisch (Estland) en het Karalisch (Rusland, deelrepubliek Karelië). Zoals al eerder benoemd is het Fins voor Nederlanders geen makkelijke taal om te leren, allereerst heeft de taal weinig tot geen raakvlakken met de Nederlandse taal. Maar ook omdat het de taal heel erg verschilt van andere talen. De grammatica is door de vele verbuigingen en lange samenvoegingen van woorden erg ingewikkeld.

Finse alfabet

Het Finse alfabet bestaat uit 29 letters, naast de 26 letters die wij in kennen in het Nederlands zijn er nog extra letters in het Fins: Å, Ä en Ö. De letters Å, B, C, F, W, G, Q, X en Z komen eigenlijk alleen maar voor in buitenlandse woorden. In het Fins komt de letter G, eigenlijk aan voor in in combinatie met de N (ng). Bekijk eens goed Finse woorden, dan zal opvallend dat er veel klinkers worden gebruikt.

Handige woorden en zinnen: 

Tellen:

1 = yksi
2 = kaksi
3 = kolme
4 = neljä
5 = viisi
10 = tio
100 = sata
1000 = tuhat
1000000 = miljoonaa

Handige woorden:

Ja = kyllä
Nee = ei
Misschien = ehkä
Alstublieft = ole hyvä!/olkaa hyvä
Bedankt = kiitos!
Graag gedaan = ole hyvä

Begroetingen:

Hallo = hei
Hoi = hei
Goedendag = hyvää päivää
Goedemorgen = hyvää huomenta
Goedenavond = hyvää iltaa
Welkom = tervetuloa
Hoe heet je? = mikä sinun nimesi on?
Ik heet .. = minun numeni on

Handige zinnetjes:

Hoe gaat het? = mitä kuuluu?
Goed, dank u = hyvä, kiitos
Hoe oud ben je? = kunika vanha olet?
Ik ben … jaar oud = olen … vuotta vanha