De flora en fauna in Chili is bijzonder gevarieerd, aangezien er verspreid over het enorm langgerekte land maar liefst acht verschillende klimaatzones zijn te onderscheiden. Van noord naar zuid verandert de vegetatie door de afname van temperatuur en toename van regen. Van oost naar west verandert het mede door de hoogteverschillen.

Het klimaat, landschap en de vegetatie zorgen ervoor dat er een gevarieerde biodiversiteit is in Chili. Daarnaast zijn er door de geïsoleerde ligging veel endemische dierensoorten te vinden. Maar ook de ecosystemen zijn ontzettend uniek in Chili van Noord naar Zuid.

Flora in Chili

Zo’n 58% van de Chileense flora is inheems en zijn tot natuurmonumenten verklaard. Zoals de vijf soorten bomen die voorkomen (araucaria, lariks, noordelijke en zuidelijke eik en de queule). De araucaria komt alleen in Chili en Argentinië voor en kan tot duizend jaar oud worden en een hoogte van 50 meter bereiken. In het noorden bij de Atacama-woestijn vind je doornstruiken en cactussen. Maar ook bomen die ver uit elkaar staan midden in de woestijn.

 

Het midden van het land, de centrale vallei is begroeid met cactussen, espinos, dennen, beuken en de Copihue, een rode klokvormige bloem die tevens als nationale bloem van Chili gezien word. De regio langs de oceaankust is zeer vochtig en bestaat uit gematigde regenwouden waar o.a. ook een Chileense reuzenrabarber (nalca) voorkomt. Aan de randen van de Andes en de Altiplano-hooglandsteppe bestaat de begroeiing vooral uit harde grassen, die bestand moeten zijn tegen de kou. Hoog in de Andes van het merengebied komen veel naaldbossen voor. Verder naar het zuiden in Patagonië neemt de vegetatie weer af door de hoogte, net als de eilanden langs de kust.

 

Fauna in Chili

Gezien de geografische isolatie van Chili door het Andesgebergte is de biodiversiteit opmerkelijk. Want juist door die extreme klimaten en geografische isolatie leeft er een groot aantal zeldzame diersoorten in Chili. De zoogdieren die er voorkomen kunnen onmogelijk de grenzen van de extreme klimaten passeren, daardoor zijn vele diersoorten te vinden in de beschermde nationale parken. In totaal leven er 680 soorten landdieren, zoetwaterdieren, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren in Chili die zich aan hun klimaat aangepast hebben. Van de vele karakteristieke Zuid-Amerikaanse dieren worden in Chili maar enkele soorten gevonden.

 

Langs de kustlijn in het westen vestigen onder meer walvissen, otters, zeeleeuwen, dolfijnen en vogels zich. In het bosrijke gedeelte van Chili vind je ook verschillende soorten buideldieren en pudú’s (’s werelds kleinste herten) en opossums. In de Atacama en op de Altiplano zul je gegarandeerd lama’s, vicuña’s, alpaca’s en op de zoutvlaktes ook flamingo’s spotten. In de afgelegen gebieden in het zuiden bevinden zich Patagonische poema’s en vossen. Helemaal in het zuiden van Patagonië zijn er door het ijskoude klimaat pinguïns te bewonderen.