Er is geen beste reistijd voor Zweden. Zomer- of winter, in Zweden zit je altijd goed. Mei t/m september zijn fijne maanden om eropuit te trekken in de natuur. In de maanden oktober en november valt er in Zweden veel neerslag en kunnen de wegen ijzig worden. Vanaf december is het winterseizoen geopend, en kun je er terecht voor een echt winteravontuur.
In het voorjaar gaan de temperaturen steeds meer omhoog en laten de wilde dieren in de bossen zich steeds meer zien. Ook komt de natuur steeds meer tot leven.
De zomers in het zuiden van Zweden zijn aangenaam, warme temperaturen en het blijft lang licht. In het midden van Zweden is het iets koeler en liggen de temperaturen rond de 21 graden in het juli. De zomers in het noorden zijn het kortst, maar hier kan je wel gaan genieten van de middernachtzon.
Ga je richting het najaar dan dalen in Zweden de temperaturen en valt er veel regen. Maar je kan wel genieten van de prachtige herfstkleuren. Naast de herfstkleuren kun je ook in de periode genieten van de bosbessen, vossenbessen en frambozen.
In de maand oktober kan in Zweden de eerste sneeuw al vallen en word het een stuk kouder, het begin van de winter. In het noordelijkste deel van Zweden duurt de poolnacht ongeveer 2 maanden, hier komt de zon namelijk niet boven de horizon. Het is in dit deel van Zweden ook erg koud met gemiddelde temperaturen van -30 graden.
Wil je graag het noorderlicht gaan bewonderen dan kan dit van de maanden november tot maart/april in het noorden van Zweden. Op een heldere winternacht is dit natuurfenomeen te bewonderen. In vrijwel heel Zweden valt sneeuw, dus wil je graag een keer op wintersport in Zweden, dan kun je je hart ophalen in de wintersportgebieden van het land.