Tegenwoordig wordt ongeveer 60% van het landoppervlak van Spitsbergen bedekt met gletsjers. In totaal gaat het om meer dan 2100 kleinere en grotere gletsjers. De hoeveelheid ijs die hier mee gemoeid is, komt neer op ongeveer 7000 kubieke meter. De grootste gletsjers op Spitsbergen zijn gelegen op de oostelijke eilanden Edgeøya, Barentsøya en Nordaustlandet.
Hier zijn de temperaturen iets lager dan op het eiland Spitsbergen en de verdamping vanuit de Barentszee zorgt voor een grotere hoeveelheid neerslag, waardoor de gletsjers minder snel smelten. Het is het evenwicht tussen de zomertemperatuur en de winterse neerslag die bepaalt of de gletsjers zich uitbreiden of terugtrekken.
Soorten gletsjers op Spitsbergen
Op Spitsbergen vind je verschillende soorten gletsjers. De grootste gletsjers liggen vooral op de oostelijke eilanden en staan bekend als ijskappen. De grootste ijskap heet Austfonna en ligt op het eiland Nordaustlandet en beslaat een oppervlakte van 8.120 vierkante kilometer en heeft een volume van ongeveer 1900 kubieke meter.
Na de Vatnajökull gletsjer op IJsland is de Austfonna de grootste ijskap van Europa. Verder zijn er wereldwijd alleen nog grotere ijskappen te vinden op Groenland en Antarctica.
Naast de ijskappen wordt Spitsbergen gedomineerd door een ander soort gletsjer, de zogenaamde Spitsbergen-type gletsjer. Dit soort gletsjers bestaat uit grote aangesloten gebieden van ijs en is opgebouwd uit een groot aantal ijsrichels, ijsruggen en nunatakken. Deze nunatakken zijn onbesneeuwde bergtoppen die boven de sneeuw of gletsjers uitsteken.
De Spitsbergen-gletsjers komen vooral voor op het zuid- en noordwestelijke deel van Spitsbergen. Veel van deze gletsjers kalven af in de zee.
In de centrale delen van Spitsbergen vinden we vooral kleinere gletsjers die alleen delen van het valleilandschap volgen. Deze gletsjers heet valleigletsjers of cirque gletsjers, gletsjers met een boogvorm. Longyearbyen en Larsbreen in de buurt van Longyearbyen zijn voorbeelden van valleigletsjers.
Hoe oud zijn de gletsjers op Spitsbergen?
De afgelopen vier- tot vijfduizend jaar is de aarde aanzienlijk afgekoeld. Hierdoor zijn de omstandigheden voor gletsjers aanzienlijk verbeterd en groeien ze meer dan dat ze afkalven. 5000 Jaar geleden was de gemiddelde temperatuur in Spitsbergen bijvoorbeeld zo’n vier graden hoger dan tegenwoordig. Destijds moest men dus ongeveer 200-400 meter de bergen beklimmen om permafrost te vinden en veel van de huidige gletsjers bestonden niet eens.
Met de temperaturen van toen zouden de grootste gletsjers alleen in een veel kleiner formaat hebben bestaan. De meeste gletsjers van Svalbard zijn hierdoor minder dan 3000-4000 jaar oud.
Deze klimaatontwikkeling heeft echter wel de basis gevormd voor een uniek ijslandschap op Spitsbergen. Op twee kilometer buiten Longyearbyen, de hoofdstad, is het mogelijk om een ijsgrot te bezoeken en bij de onderkant van een gletsjer te komen. Deze buitengewone ervaring wordt nog bijzonderder als je nagaat dat er in die grot plantenresten zijn gevonden van de vegetatie op Spitsbergen van voordat de gletsjer werd gevormd. Datering laat zien dat deze planten 1100 jaar geleden onder het ijs terecht kwamen. Deze gletsjer is dus in nog geen 1100 jaar gevormd.