Het grootste nationale bos van IJsland is Hallormasstaðaskógur. Dit bos is gelegen in Oost-IJsland vlakbij Egilsstaðir. Het bos beslaat meer dan 700 hectare en heeft ongeveer 85 verschillende boomsoorten van over de hele wereld.

IJsland is het minst beboste land van heel Europa, maar dit is niet altijd zo geweest. Hiervoor moeten we wel helemaal terug naar de tijd van de Vikingen. Aan het eind van de negende eeuw kwamen de Vikingen vanuit Noorwegen naar het eiland toe, op dat moment was een kwart deel van het land bedekt met weelderige berkenbossen. Echter hebben de Vikingen 97% van deze bomen gekapt. Het hout gebruikte ze voor bouwmaterialen en om ruimte te creëren voor gewassen en weilanden.

FLORA EN FAUNA

oor veel vogels is het Hallormsstaðaskógur bos een belangrijke broedplek, denk hierbij aan de winterkoninkjes, sneeuwhoenders, kwikstaarten en houtsnippen. Op sommige plekken in het bos groeien rode aalbessen en frambozen. Maar in IJsland zijn deze vrij laat in de zomer pas rijp om geplukt te worden, meestal pas in de tweede helft van augustus.

ATLAVÍK BAAI

De Atlavík baai is een prachtige baai in de bossen van het Hallormsstaðaskógur bos. De baai is gelegen aan het Lagarfljót meer, dit meer is een melkachtige wit grijsachtig meer, dat regelmatig van kleur veranderd. Het meer ziet er soms uit als een spiegel. De naam van de baai is afgeleid van de kolonist Graut-Atli Þiðrandason, die voorkomt in het boek over oude nederzettingen in IJsland.