Zuidelijk Argentinië
Patagonië
De overgangszone tussen het oerwoud van Chaco en de Patagonische steppe liggen in de regio’s Rio Negro en Chubut. Het noorden van Patagonië bestaat vooral uit gebieden met weides, struiken en onvolgroeide bomen. In centraal Patagonië verandert de vegetatie en vertoont het eigenschappen van de vegetatie op de steppen. Zo worden de weides minder en bossen van jarilla bomen komen dan tevoorschijn.
Door het excessieve grazen van geiten en schapen en het kappen van struiken voor hout begint deze regio meer woestijnvorming te ontwikkelen. Tevens is het een enorm probleem in de regio omdat het terugwinnen van de grond die kwijtgeraakt is lang duurt. Daarnaast verandert de productie activiteiten van de inwoners. Daarbij hebben de vulkanische assen bijgedragen aan het probleem doordat het gebied bezaait was met de as.
Doordat het grootste deel van Patagonië in de schaduw van het Andesgebergte ligt betekent het dat er weinig regen voorkomt en de meeste gebieden droog zijn. De flora in dit gebied bestaat voornamelijk uit struikgewassen en planten die bestemd zijn voor de droge omstandigheden. Het landschap en de grond is hard en rotsachtig waardoor grootschalige landbouw onmogelijk is. Tevens zijn in het uiterste westen van Patagonië naaldbossen te vinden.
Fauna
Makkelijk te spotten karakteristieke dieren van de fauna in Argentinië zijn de vos, wilde katten en stinkdieren. Maar ook de bedreigde Patagonische haas, gordeldieren, Patagonische struisvogel en martinetas (patrijsvogel). In het Andesgebergte zijn de unieke soorten hert vrijwel uitgestorven vandaag de dag. Echter zijn er in de Andeaanse rivieren vele geïmporteerde vissoorten te vinden zoals zalm en forel. In de hoge delen van de Andes kunnen ook condors gezien worden die om de bergtoppen heenvliegen. Deze kunnen tot 5000 meter hoogte in leven blijven.
Westelijk Argentinië
Het merengebied
Het merengebied gelegen in het westen van Argentinië offert een groot aantal nationale parken aan waar menig natuurliefhebber enthousiast van word. De flora en fauna in dit gebied is overweldigend en bestaat uit verschillende soorten loof- en naaldbomen. Zoals de coihue en canelo maar ook bomen die wel 3000 jaar oud en bijna uitgestorven zijn vanwege de kwaliteit van het hout. Daarnaast is er ook de primitieve araucaria conifeer te vinden en andere coniferen zoals de cipres en de lariks die maar tot 1000 meter hoogte groeien. Een andere zeldzame boomsoort die in dit gebied voorkomt is de arrayán boom die nog maar op enige plaatsen ter wereld groeit. In het zuiden van het merengebied ligt een nationaal park voor de alerce naaldboom die meer dan 2000 jaar oud worden.
Verder zijn de bossen, kleine struiken, bloemen, vruchten en andere plantensoorten maar ook de champignon genaamd Llao Llao in overvloed beschikbaar. De bossen in deze omgeving zitten vol met typische dieren van de fauna in Argentinië. Denk hierbij aan enkele hertensoorten, de wilde huiña kat en de zeldzame kleine poedoe. De meest opvallende vogels die hier voorkomen is de carpintero cabeza roja, een spechtensoort met een rood hoofd, Patagonische lijster en de kolibrie (picaflor austral). Verder zitten de vele meren en rivieren vol met zalm en forel.
